We gaan nog eens aan de slag met wulken. En met asperges. Een verrassend lekkere combinatie.
Een favoriet gerechtje van mijn man. En wat zeggen ze? De liefde van de man gaat door de maag.
Dit gaat hier nog vaak op tafel komen.
Wulken zijn huisjesslakken die in de zee wonen. Ze zijn het hele jaar door verkrijgbaar. In zee zijn ze een lekker hapje voor de kabeljauw, de rog en de hondshaai.
Lust jij ze ook?
Ik maak ze regelmatig klaar in een soepje.
Maar nu dus eens helemaal anders met in de oven gegaarde asperges. Een verfijnd voorgerechtje.
Wat heb je nodig?
Voor 2 personen
1 bussel witte asperges – olijfolie – peper – zout
1 kg verse wulken van bij de visboer – goed gespoeld
Groentebouillon met 1 stengel prei – 1 stengel selder – 1 ui – 1 teentje look – 1 laurierblaadje – een takje tijm – enkele peterseliestengels – zout en heel veel peper
Voor de saus: 25 gr boter – 25 gr bloem – 3 dl van de kookbouillon van de wulken – een handvol verse kervel – peper – zout – enkele druppels citroensap
Tip: laat de bouillon, na het koken van de wulken, een tijdje staan zodat eventuele zandresten (van de wulken) naar de bodem kunnen zakken. Schep dan voorzichtig aan de bovenkant 3 dl van deze bouillon af voor het maken van het sausje.
Hoe maak je het?
De wulken
Zet de groentebouillon op met de schoongemaakte en grof gesneden selder, prei en ui. Voeg een teentje look toe en de kruiden.
Voeg de goed gespoelde wulken toe en laat ze zachtjes koken in de bouillon. Een kwartiertje volstaat.
Schep de wulken uit de bouillon. Bewaar de bouillon voor het sausje.
Haal de wulken uit hun slakkenhuisje en maak ze proper. Haal het donkere, slijmachtige deel eraf en ook het monddeksel, een hoornig plat plaatje.
De asperges
Terwijl de wulken koken, kan je de asperges garen in de oven. Schil de asperges en snijd het achterste, dorre stuk eraf. Doe ze in een ovenschotel en besprenkel ze met olijfolie. Kruid met peper en zout.
Zet ze in een voorverwarmde oven van 180°C gedurende 20 à 30 minuten. Afhankelijk van de dikte van de asperges.
Het sausje
Smelt de boter in een pannetje. Voeg de bloem toe. Laat aanbakken tot de bloemgeur verandert in koekjesgeur.
Bevochtig met de kookbouillon van de wulken. Roer tot een gladde saus. Kruid met peper en zout. Voeg de gehakte kervel toe en ook enkele druppels citroensap. Dat frist je sausje op. Doe de wulken bij het sausje en warm ze nog even op.
Leg een vijftal asperges op een bord. Schep er een flinke portie wulken op. Werk af met een blaadje kervel.
Smullen maar.