Vanillemacarons, zo bak je ze zelf.
Je hoeft niet meer naar Parijs om van heerlijke macarons te kunnen genieten. Voortaan maak je ze gewoon zelf. Met dit eenvoudig recept kan iedereen macarons bakken. Meer dan gemalen amandelen, suiker en eiwit heb je niet nodig. Magisch hoe deze 3 ingrediënten in de oven een heerlijk gebakje toverschijn toveren, dat smelt in je mond.
Voor de vulling van deze vanillemacarons koos ik voor een frambozen-botercrème. Romig en fruitig.
In het klassieke recept worden macarons gemaakt met een Italiaanse meringue. Hiervoor verwarm je suikersiroop tot een temperatuur van 118°C waarna je dit bij een deel van de eiwitten klopt. Kijk maar eens naar het recept van mijn macarons met crème au beurre.
Voor deze vanillemacarons volgde ik een eenvoudiger recept met koud opgeklopte eiwitten.
6 baktips voor macarons
Kies eiwitten die niet te vers zijn. Als je eiwitten over hebt van ander gebak, kan je die in de diepvries bewaren. Deze eiwitten zijn perfect om macarons van te bakken.
Verwijder alle luchtbellen uit het beslag door even met de bakplaat te tikken op de tafel of het aanrecht.
Laat het deeg voldoende rusten, zodat er een korstje op de bovenkant van de ongebakken macarons ontstaat. Voel eraan met je vinger. Het deeg mag niet blijven plakken aan je vinger.
Zorg dat alle ingrediënten op kamertemperatuur zijn.
Zeef het amandelpoeder en de poedersuiker extra fijn. Hoe fijner het mengsel, hoe fijner de amandelkoekjes zullen zijn.
Het macaronbeslag moet glad en lopend zijn. Neem voldoende tijd voor het ‘macaroniseren’, het omscheppen van het amandel/suikerpoeder onder de opgeklopte eiwitten.
Wat heb je nodig voor 12 vanillemacarons?
75 g extra gemalen amandelpoeder – 115 g poedersuiker – 2 eiwitten (70 g) – 35 g fijne suiker – 15 g vanillesuiker
Voor de frambozen-botercrème: 125 g boter – 60 g frambozencoulis – 30 g poedersuiker
Hoe maak je het?
Maak eerst het beslag voor de macarons. Maal het amandelpoeder extra fijn. Voeg bij de poedersuiker en roer het goed om.
Zeef het mengsel boven een kom. Herhaal dit nog eens.
Klop de eiwitten half stijf. Voeg de suiker toe. Klop dan de eiwitten helemaal stijf.
Meng met een spatel het amandelmengsel in porties onder het stijfgeklopte eiwit. Het mengsel moet glanzen en als een lint van de spatel lopen.
Doe het mengsel in een spuitzak.
Teken rondjes op een bakpapier, van circa 3 cm. Laat voldoende plaats tussen de rondjes want de macarons zetten nog wat uit tijdens het rusten en het bakken.
Draai het bakpapier om op de bakplaat. Spuit rondjes ter grootte van de vormpjes die je afgetekend hebt.
Tik met de bakplaat om eventuele luchtbellen te verwijderen.
Laat de macarons minstens 30 minuten rusten zodat ze kunnen ‘korsten’.
Verwarm de oven op 145 graden – stand onder-bovenwarmte.
Schuif de macarons in de oven en bak ze gedurende 18 minuten.
Haal ze na de baktijd uit de oven en laat ze even afkoelen. Haal de macarons van de bakplaat en laat ze volledig afkoelen op een rooster.
De perfecte macaron moet een mooi kraagje of voetje hebben.
Laat de macarons helemaal afkoelen, alvorens ze te vullen.
Maak de frambozen-botercrème vulling, terwijl de macarons verder afkoelen.
Roer hiervoor de boter met de frambozencoulis en de suiker tot een glad mengsel. Doe de vulling in een spuitzak.
Als de macarons volledig zijn afgekoeld, spuit je de vulling in het midden van macaron. Spuit de vulling op de platte kant van een schelp en plaats daar een tweede schelp bovenop.
Bewaar de vanillemacarons in een doosje in de koelkast. Geniet ervan.