Pruimencakejes met verse pruimen.
Juli.
Komkommertijd. Figuurlijk.
Pruimentijd. Letterlijk.
Met het begin van de zomervakantie begint ook het seizoen van de pruimen. Ze zijn lekker sappig en licht zurig. Ideaal in een gebakje.
Ben je op zoek naar een eenvoudig recept dat super lekkere en luchtige pruimencakejes oplevert?
Gevonden!
Het beslag van deze cakejes bevat bloemsuiker, amandelpoeder, opgeklopte eiwitten en boter. Dezelfde ingrediënten waarmee je financiers bakt. Gebruik zeker verse pruimen voor deze gebakjes. Pruimen waarvan het sap over je kin loopt als je erin bijt. Het maakt deze cakejes zacht en smeuïg.
Niet zo een fan van pruimen? Deze cakejes zijn ook lekker met abrikozen.
Klaar om je keuken te vullen met zomerse, zoete geuren?
Wat heb je nodig voor 12 pruimencakejes?
175 g bloemsuiker – 75 g zelfrijzende bloem – 75 g amandelpoeder – 6 eiwitten – zaadjes van een halve vanillestok – 100 g gesmolten boter – snuf zout – 6 pruimen
Hoe maak je het?
Verwarm de oven voor op 170°C (hetelucht stand).
Smelt de boter.
Zeef de bloemsuiker en de bloem boven een kom. Roer er het amandelpoeder onder samen met 2 eiwitten, de zaadjes van de vanillestok, een snuifje zout en de gesmolten boter.
Klop de overige 4 eiwitten op tot wit schuim. Spatel de opgeklopte eiwitten onder het deeg.
Zet papieren bakvormpjes in een muffinplaat. Verdeel het deeg over de 12 vormpjes.
Halveer de pruimen. Doe de pitten eruit. Leg in elk vormpje een halve pruim, met de snijkant naar boven.
Bak de cakejes goudbruin in de voorverwarmde oven, gedurende 15 à 20 minuten.
Laat de pruimencakejes afkoelen op een rooster. Bestrooi ze, voor het opsmullen, met bloemsuiker.
In plaats van pruimen kan je deze cakejes ook bakken met verse abrikozen of ander seizoensfruit.
Veel bakplezier!
