Citroenmousse. Omdat het niet altijd chocomousse moet zijn.
Luchtig. Verfrissend. Niet te zoet. Niet te zuur.
Ik heb het over deze citroenmousse.
Komt het water je al in de mond door alleen al maar te denken aan citroen?
Lees dan snel verder hoe je dit fris dessertje in een mum van tijd klaarmaakt.
Om de citroenmousse te zoeten gebruikte ik vlierbloesemsiroop. Je kan dit vervangen door suiker. Gebruik dan de helft van de aangegeven hoeveelheid.
Werk de frisse mousse af met een fruitige toets. Bijvoorbeeld met een coulis van rode vruchten, wat verse aardbeien of een lepeltje rode confituur. Of strooi je er liever wat verkruimelde meringue, geraspte witte chocolade of kokosschilfers over? Dat smaakt ook. Deze citroenmousse is ook lekker als vulling tussen een biscuit of op een taart.
Wat heb je nodig voor 6 glaasjes van deze citroenmousse?
3 eieren – 100 ml vlierbloesemsiroop – sap van 3 citroenen – zeste van 1 citroen – 10 g gelatine – 2,5 dl room (mag 20% room zijn)
Voor de afwerking: vosbessenconfituur – citroenmelisse – citroenpartjes
Hoe maak je het?
Week de gelatineblaadjes in koud water.
Klop de eieren met de vlierbloesemsiroop op tot een stevig schuim. Pers het sap van 2 citroenen en meng dit met de room. Verwarm het sap van de derde citroen en los hierin de geweekte gelatineblaadjes op. Meng de opgeloste gelatine door het roommengsel.
Schep het eimengsel door het roommengsel. Roer goed door. Verdeel de citroenmousse over de glaasjes en laat dit opstijven in de koelkast.
Werk de glaasjes af met een lepel vossenbessenconfituur, een blaadje citroenmelisse en een citroenpartje.
Toch liever chocomousse? Met mijn recept van deze dessertklassieker mag je een lekkere, luchtige chocomousse.